S4A11 Torenmuseum Valkenburg

Muziek podcast: Jessica Polak en Renadi Santoso

In deze zomerspecial van 'De Limes leeft!' reis ik langs de Limes in Zuid-Holland. Ik bezoek de locaties van de serie-expositie 'Goden, Gemmen en Geluk'. Vanaf Katwijk neem ik de bus naar Valkenburg. Ik stap uit bij de N206 en loop direct tegen een visualisatie van de Romeinse Limesweg. Na een kwartiertje wandelen loop ik door de hoofdpoort van het Castellum, die in de straat is gevisualiseerd. Het museum ligt bovenop het Castellum. Ik spreek met Gerrit Russchenberg van de Vereniging Oud Valkenburg.

De poort van de Castra (foto: ADC-Archol)

Drie jaar geleden was ik voor het eerst in Valkenburg. Ik had de verhalen gehoord over de spectaculaire vondst van het legioenskamp van Caligula en natuurlijk was ik bekend met het Castellum dat door Van Giffen is opgegraven. Ik sprak met Wouter Vos die op dit moment weer betrokken is bij opgravingen in Valkenburg. Ook nu worden er weer bijzondere vondsten gedaan. Mocht je de afleveringen van ‘De Limes leeft! met Wouter Vos hebben gemist, luister ze dan zeker terug.

Aflevering over Romeins Valkenburg met Wouter Vos / Aflevering over het legioenskamp in Valkenburg met Wouter Vos.

Torenmuseum Valkenburg

Dit keer ben ik in Valkenburg vanwege de gemmententoonstelling. In het museum zijn maar liefst zes gemmen te zien, waarvan de helft in een zegelring. Alle vondsten zijn gedaan in Valkenburg zelf. Het museum werkt samen met het Rijksmuseum van Oudheden en het Provinciaal Archeologisch Depot in Zuid-Holland. De gem die voor de serie-expositie is uitgekozen toont de god Silvanus met een snoeimes in zijn hand.

Vereniging Oud Valkenburg

De tentoonstelling is natuurlijk de aanleiding van mijn bezoek, maar ik ben vooral benieuwd naar de activiteiten van de vrijwilligers van de Vereniging Oud Valkenburg rondom het Romeinse verleden. Ik spreek met penningmeester Gerrit Russchenberg en het wordt me al snel duidelijk dat er plannen genoeg zijn. Gerrit vertelt met name vol enthousiasme over het belang om de jeugd aan te spreken. Zij zijn de toekomst. Er worden lesbrieven geschreven. Basisscholen en middelbare scholen bezoeken het museum voor de lokale geschiedenis of specifiek voor de Romeinse geschiedenis. Daarnaast wordt er een lesplan ontwikkeld om de volledige geschiedenis van Valkenburg beschikbaar te maken voor het onderwijs.

Buitenmuseum

In het Torenmuseum is de vaste collectie te zien, met veel ruimte voor de Romeinse geschiedenis. Het Romeinse verleden ligt echter nog letterlijk onder de grond. De vereniging heeft daarom de wens om een compleet buitenmuseum te ontwikkelen met ondersteuning van de Provincie Zuid-Holland. Stap voor stap worden er visualisaties gerealiseerd. Rond het museum zijn de contouren van het Castellum al zichtbaar gemaakt in de straat. Bij de ingang staan palen waarin replica’s van bijzondere vondsten zijn gegoten. Twee van deze palen moeten bij de visualisatie van de Limesweg komen. Daar zijn namelijk ook een aantal bijzondere dingen gevonden. Een daarvan is een beeld van Hercules dat in het Rijksmuseum van Oudheden staat. Op dezelfde plek is daarnaast een bronzen model van een wachttoren gepland.

Diorama’s

Natuurlijk is er de belangrijke vondst van de Castra, het legioenskamp dat een paar jaar geleden op de locatie van het vliegveld is gevonden. Er worden verschillende diorama’s gemaakt om zichtbaar te maken hoe het er heeft uitgezien in de Romeinse tijd. Beneden staat al een voorbeeld van de poort van de Castra.  Een ander diorama toont een grafritueel. Het is wetenschappelijk onderbouwd, het is samen met de deskundigen ontwikkeld. Het wordt een serie van vijf.  Tenslotte wil de vereniging graag bereiken dat in de nieuw te bouwen wijk het Romeinse verleden van de Castra zichtbaar wordt gemaakt.

Diorama van de poort van de Castra ontwikkeld door Kobalt.

Meer weten over de Romeinen?

10 mei 1940

Zonder oorlog geen Romeinen vertelt Gerrit me. Dat moet hij me toch even uitleggen. Het begin van de oorlog is voor de Valkenburgse bevolking rampzalig geweest. Bij Valkenburg wordt voor het uitbreken van de oorlog gewerkt aan een vliegveld. Dit wordt een doelwit voor de Duitsers. De Duitsers nemen Valkenburg in en vanaf dat moment wordt het dorp dagenlang onder vuur genomen door het Nederlandse leger. Er vallen daardoor veel burgerslachtoffers. Een groot deel van het dorpscentrum van Valkenburg wordt door oorlogshandelingen verwoest. Door deze gebeurtenissen komt een deel van de Valkenburgse dorpsheuvel tijdelijk vrij van bebouwing en toegankelijk voor systematisch oudheidkundig bodemonderzoek op grote schaal door de Groningse Van Giffen. Op 15 april 1941 wordt de eerste proefpunt aangelegd. Al vrijwel meteen vinden de archeologen resten van het Castellum. Ook in 1942 en 1943 doet Van Giffen archeologisch onderzoek naar het Castellum in Valkenburg

Meer over de Tweede Wereldoorlog in Valkenburg:

https://oudvalkenburgzh.nl/historie/aanleg-van-het-vliegveld-deel-1-uit-artikelenreeks-in-zicht-op-valkenburg/

https://oudvalkenburgzh.nl/historie/het-dorp-10-15-mei-1940-deel-2uit-artikelenreeks-in-zicht-op-valkenburg/

https://www.historischnieuwsblad.nl/valkenburg-in-mei-1940/

Deze zomerserie is tot stand gekomen dankzij een bijdrage van de Provincie
Zuid-Holland.

s3 afl 4: Kanaal van Corbulo

Muziek podcast: Jessica Polak en Renadi Santoso

Sinds deze zomer is de Neder-Germaanse Limes Unesco Werelderfgoed. Een bijzondere erkende locatie is een stuk van het Kanaal van Corbulo in de gemeente Leidschendam-Voorburg. Dit kanaal is in de eerste eeuw na Chr. in opdracht van generaal Corbulo aangelegd als verbinding tussen Rijn en Maas. Ik spreek met archeoloog Wilfried Hessing over het belang van dit kanaal, maar ook over het belang van bescherming. De druk om te bouwen in de Randstad is groot en dat vormt een bedreiging voor het behoud van dit bijzondere erfgoed.

We weten dat de Romeinen tot veel in staat waren. Het aanleggen van het Kanaal van Corbulo was echter een waterstaatkundig hoogstandje voor die tijd. Het kanaal was zo’n 25 à 30 kilometer lang. Het werd aangelegd in een moeraslandschap achter de duinen, waar allerlei kreekjes doorheen liepen. De Romeinse ingenieurs hadden de technische en bouwkundige achtergrond en hebben voor de landschappelijke kennis waarschijnlijk gebruik gemaakt van de lokale mensen die de routes en waterwegen en paden goed kenden. Vervolgens moest een tracé uitgezet worden. Daar hadden ze meetinstrumenten voor. Ze werkten met waterpassen, schietlood en doorzichten.

Een kanaal graven
Als je in West-Nederland een gat graaft, dan loopt het meteen vol water. Waarschijnlijk hebben de Romeinen met compartimenten gewerkt en tijdens het uitgraven de instabiele kanten voorzien van beschoeiingen. Het grootste gedeelte van het kanaal werd uitgegraven in het veen. Dat kon redelijk makkelijk worden uitgestoken met een schep, in tegenstelling tot klei. Op de bodem van het kanaal hebben ze nog een laag veen laten zitten, zodat ze niet in het zandbed van de strandwallen terecht kwamen. Na het graven van de compartimenten werden de dammetjes doorgestoken en kon het water doorstromen. Waar mogelijk maakten ze gebruik van natuurlijke waterlopen, kreekjes en geulen.

Omgaan met het getij
In het noorden stond het kanaal in verbinding met de Rijn en in het zuiden met de Maas. Op het punt waar het kanaal aansloot waren dit getijdenrivieren. Met opstuwend tij kwam er water in vanuit de Noordzee en met uitstromend tij stroomde het weg.  Dat had invloed op het kanaal. Waarschijnlijk hebben de Romeinen in het kanaal dammetjes aangebracht om het water vast te houden. Sluizen kenden ze nog niet zo goed. In de dammen lagen buizen, ook wel duikers genoemd, zodat het water er onderdoor kon lopen. Deze hadden een klep aan het eind waardoor het water slechts één kant op kon en niet terug. Dit belemmerde de vaarroute van de schepen. Waarschijnlijk werd dit opgelost met overlaten of overtomen. Dat is ook bekend uit de middeleeuwen. Het is een punt waar je een boot over een dam heen kunt trekken met een soort glijdende scheepshelling.

Bij Leidschendam is mogelijk een aanzet naar een overtoom gevonden. Op zo'n punt vernauwden de Romeinen het kanaal. Normaal is het kanaal 14 meter breed en daar vernauwt het zich tot 4/5 meter. Er werd een dam ingelegd met duiker en een overtoom erlangs om het schip overheen te trekken. Mogelijk is er bij Voorburg ook zoiets geweest. Als je met een aantal compartimenten werkt, kun je de waterstand redelijk in stand houden. Dat betekent wel dat er onderhoud moest worden gepleegd. Dat is tijdens het onderzoek van de afgelopen jaren steeds duidelijker naar voor gekomen. Het kanaal was geen eenmalige gebeurtenis, de Romeinen hebben duidelijk onderhoud gepleegd aan het kanaal. Af en toe werd het kanaalbed weer uitgegraven of werd op een stuk een ander tracé gekozen. Dan kwam er een bocht of een net iets ander verloop. Technisch gezien is het makkelijker om een nieuw bed uit te graven in het veen dan een verzand kanaal met klei en zand op de bodem uit te graven. Zo is er in 200 jaar tijd een heel systeem ontstaan achter de duinen en dat moet nog verder ontrafelt worden.

Toekomstig onderzoek
Na jaren onderzoek is het duidelijk geworden dat het niet slechts ome en kanaal gaat, maar om een hele infrastructuur. Langs de oevers heeft zich van alles afgespeeld. Er heeft waarschijnlijk een breed pad of een weg gelopen. Er lagen op verschillende plekken havens of aanlegplaatsen. Misschien waren er wel controleposten. Er zijn een heleboel nieuwe vragen ontstaan die wachten om beantwoord te worden. Tot nu toe heeft het onderzoek zich toegespitst op de ligging van het kanaal. Voor de toekomst is het belangrijk de omgeving mee te nemen. Al is dit kostentechnisch vaak lastig.

Unesco Werelderfgoed in gevaar
Er zijn nu een paar stukjes van het kanaal beschermd als Unesco Werelderfgoed, namelijk bij Leidschendam-Voorburg en Voorschoten. Het is belangrijk dat er een plan komt voor het beheer en behoud van het kanaal. Niet alleen voor de beschermde onderdelen, maar juist ook voor de gebieden die er buiten vallen. Het grootste gedeelte van het kanaal is namelijk onbeschermd. Daar staat een enorme druk op vanuit de ruimtelijke ontwikkeling. Het is een stuk van de Randstad waar heel intensief gebouwd is en nog gebouwd gaat worden. De afgelopen jaren heeft er veel onderzoek plaatsgevonden vanwege bouwplannen. Als dit in de toekomst zo doorgaat, gaan er steeds meer stukken van het kanaal verloren en is de kans groot dat er weinig tot niets van het kanaal overblijft in de grond.

Mocht dit het geval zijn, dan is het risico groot dat Unesco de toekenning weer intrekt, zoals in Liverpool is gebeurd. De bescherming van het kanaal vergt een brede blik. De provincie en de gemeentes moeten nadenken wat ze met het kanaal willen. Oftewel blijft er uiteindelijk weinig tot niets over van het kanaal, oftewel gaan ze gebieden beter beschermen zodat de rest van het kanaal behouden blijft voor de toekomst.

Publieksboek
Wilfried schrijft op dit moment aan een publieksboek over het Kanaal van Corbulo. Het doel van het boek is om het kanaal bij een breder publiek op de kaart te zetten en te laten zien wat het is geweest. Wilfried ziet het als taak van archeologen om het verhaal te blijven vertellen en ook te vertellen hoe het verhaal zich heeft ontwikkeld. Elke tijd heeft zijn eigen geschiedenis en het verhaal verandert door de tijd heen, vanwege nieuwe kennis die wordt opgedaan. Dat is volgens Wilfried een reden te meer om zuinig te zijn op het kanaal voor de toekomst, zodat nieuwe verhalen kunnen blijven worden verteld. Hij hoopt dat de provincie en gemeentes delen van het kanaal die zich nog onder de grond bevinden zo veel mogelijk beschermen. Mocht er in de toekomst onderzoek plaatsvinden, dan is het van belang dat de juiste vragen worden gesteld en niet steeds dezelfde dingen worden onderzocht. In zijn publieksboek komt daarom niet alleen de geschiedenis van het kanaal zelf aan bod, maar ook de geschiedenis van het onderzoek en wat er nodig is om in de toekomst nog meer te weten te komen. Het verhaal is nog niet klaar.



Deze serie is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

Deze serie is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

s3 afl 3: Een legioenskamp in Valkenburg (deel 2)

afbeelding podcast: Opgraving van een poort van het legioenskamp (foto: ADC/Archol)
Muziek podcast: Jessica Polak en Renadi Santoso

Sinds deze zomer is de Neder-Germaanse Limes Unesco Werelderfgoed. Twee van de erkende locaties liggen in Valkenburg (Zuid-Holland). Het gaat om het castellumterrein in Valkenburg centrum en de vicus in Valkenburg De Woerd. Er is echter nog veel meer gevonden. Zo deden archeologen afgelopen jaar een spectaculaire vondst op het vliegveld van Valkenburg. Ze vonden een legioenskamp! Wouter Vos was bij dit onderzoek betrokken en vertelt over de vondst en wat dit betekent voor de geschiedenis van deze plek.

Elke nieuwe vondst levert een puzzelstukje op dat het verhaal van Romeins Valkenburg  completer maakt of juist verandert. Ook roept het nieuwe vragen op en worden nieuwe hypotheses opgesteld. De vondst van het legioenskamp heeft op dat gebied heel wat teweeg gebracht. Wouter bespreekt nog enkele hypotheses die niet in de podcast pasten, maar zeker de moeite waard zijn om over na te denken. Daarom zijn ze hieronder uitgeschreven.

Zijn de Romeinen al eerder in Valkenburg geweest?
Het legioenskamp is in de herfst/winter van 39 n.chr. gebouwd. Met behulp van dendrochronologie is dat bewezen. Er is ook gebruik gemaakt van ouder materiaal uit 34/35 n.Chr. dat vermoedelijk vanuit Duitsland hierheen is vervoerd. Dat suggereert dat de Romeinen bewust voor deze plek hebben gekozen en de plek al kenden. Er zijn in Valkenburg verschillende vondsten gedaan uit de tijd van keizer Tiberius die hierop zouden kunnen wijzen. Wellicht waren de Romeinen voor het eerst in dit gebied tijdens de campagnes van Germanicus in 15/16 n.Chr. Het fort in Velsen (Noord-Holland) wordt ook in deze periode gebouwd, dus het zou zo maar kunnen. Daar zijn alleen nog geen harde bewijzen voor gevonden. Nog verder terug voer Drusus ook al rond in de wateren van ons land tijdens de verovertochten van het noorden. Het is daarom heel waarschijnlijk dat de Romeinen de delta van de Rijn en de plek waar ze het legioenskamp bouwden al kenden.

Is het legioenskamp hergebruikt door Corbulo?
Een interessante gedachte is dat de plek niet alleen voor de invasie van Brittannië is gebruikt, maar dat ze er later nog zitten. Na het bouwen van het fort wordt het in onderhoud gehouden. In een wilde hypothese van Wouter komt dan in 42 n.Chr. het 20ste legioen dat afzakt langs de Rijn, voordat ze de oversteek naar Engeland maken in 43 n.Chr. Het is niet bekend hoe ze de oversteek maken, maar het vermoeden is buitengaats, dus overzee. Wellicht is de oversteek zo gevaarlijk dat ze dit niet nogmaals herhalen en is dat de aanleiding om het kanaal van Corbulo aan te leggen. Als Corbulo in 47 n.Chr. wordt teruggeroepen achter de Rijn, krijgt hij namelijk de opdracht om een kanaal te graven. Dat komt niet uit de lucht vallen, daar zit een gedachte achter. De militaire infrastructuur moet op orde worden gebracht. Vanaf de Rijn moet men altijd naar Engeland kunnen.

Een opvallend gegeven is dat aan de noordkant van het legioenskamp geen gracht ligt, maar een vaart. Een gracht is 5/6 meter breed, maar deze vaart is meer dan 10 meter breed. Die gaat richting het westen. Ook ligt er een stelsel van kreken die noordwest/zuidoost georiënteerd zijn. Deze staan onder invloed van het getijde. Het vermoeden bestaat dat een aantal van die kreken bevaarbaar waren en dat de vaart aansloot op een van die kreken. Voorbij de strandwallen sloot een aantal kreken aan op het 'bekende' Kanaal van Corbulo naar het zuidwesten richting Forum Hadriani en de Maasmond. De idee is dus dat het Kanaal in eerste instantie niet liep van de Rijn bij Leiden (Matilo), maar dat het kanaal in eerste instantie juist vanaf Valkenburg wordt gegraven, vanaf de noordelijke vaart. Er wordt aangesloten op een kreek in de richting van de Vliet bij Leiden Roomburg en zo wordt een verbinding naar het zuiden in de richting van de Maasmond gemaakt. En misschien dat van daaruit het kanaal wordt doorgetrokken richting Zeeland, om uit te komen bij Domburg, waar de Romeinen met de Schelde in de rug de oversteek konden maken naar Engeland.

Kaart met de positie van de legioensvesting met de vaart en kreken (vos Archeo): 1. castellum 2. Veldzicht. 3. Marktveld/Weerdkampen. 4. Woerd. 5. vliegveld Valkenburg  a) gebouwen; b) wegen; c) legioensvesting; d) Rijn en zijgeulen (estuarium); e) opgravingsputten

Kaart met de positie van de legioensvesting met de vaart en kreken (vos Archeo): 1. castellum 2. Veldzicht. 3. Marktveld/Weerdkampen. 4. Woerd. 5. vliegveld Valkenburg
a) gebouwen; b) wegen; c) legioensvesting; d) Rijn en zijgeulen (estuarium); e) opgravingsputten

Corbulo kan het legioenskamp hebben gebruikt voor zijn legioenen om het kanaal vanaf Valkenburg naar de Vliet en naar de Maasmond te graven. Als hij rond 49/50 n.Chr. klaar is vertrekt hij weer. Deze datering is met behulp van dendrochronologie op palen uit de beschoeiing van het kanaal gekomen. Het fort raakt vanaf dat moment wellicht buiten gebruik. De kreken en vaart bij Valkenburg worden op dat moment met moeite opengehouden. De Romeinen kunnen zich hebben afgevraagd waarom ze de bocht nemen richting Valkenburg. Waarom niet in een rechte lijn door naar de Rijn?  Dan kan het kanaal in tweede instantie dus richting de plek bij Leiden Roomburg (Matilo) zijn gegraven. Het fort bij Matilo ontstaat ook pas rond 70 n.Chr. Een vroegere post is mogelijk, maar nog niet gevonden.

Toekomstig onderzoek
Door een nieuwe vondst ontstaat zo een kettingreactie aan nieuwe hypotheses en gedachten. Deze zullen verder onderzocht moeten worden en misschien weten we over enkele jaren wel meer. Of komen de archeologen er toch achter dat ze er helemaal naast zaten?

Meer weten?

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

s3 afl 2: Romeins Valkenburg (deel 1)

Muziek podcast: Jessica Polak en Renadi Santoso

Sinds deze zomer is de Neder-Germaanse Limes Unesco Werelderfgoed. Twee van de erkende locaties liggen in Valkenburg (Zuid-Holland). Het gaat om het castellumterrein in Valkenbug centrum en de vicus in Valkenburg De Woerd. In het Torenmuseum, dat zich letterlijk op het castellum bevindt, spreek ik met Wouter Vos over Romeins Valkenburg. Er is namelijk nog veel meer gevonden, zoals een grafveld, boerderijen, een mini-fort en de Romeinse weg.

De afgelopen jaren is Valkenburg (Zuid-Holland) regelmatig in het nieuws geweest met spectaculaire Romeinse vondsten. Denk aan het legioenskamp op het vliegveld van Valkenburg of de Romeinse weg met 2 palen met inscripties van het betreffende cohort dat aan de weg heeft gewerkt.

De opgravinggeschiedenis van Valkenburg gaat echter veel verder terug en heeft vaker bijzondere vondsten aan het licht gebracht. Dit begon tijdens en na de Tweede Wereldoorlog met het onderzoek van professor Van Giffen naar het Romeinse legerkamp. Deze en latere opgravingen hebben bijgedragen aan de kennis over de Romeinse periode en gelden als voorbeeld in heel Nederland.

In deel 2 van deze aflevering komt het legioenskamp uitgebreid aan bod.

Kaart van Valkenburg en de toponiemen van de opgravingslocaties (Vos Archeo)  1. Centrum Dorp Valkenburg - castellum (1941-1950, 1980); 2. Veldzicht (1994, 1996-1997); 3. Marktveld/Weerdkampen (1985-1988, 2019); 4. Woerd (1972, 1988); 5. Voormalig Marine Vliegkamp Valkenburg (2020-2021).

Kaart van Valkenburg en de toponiemen van de opgravingslocaties (Vos Archeo)
1. Centrum Dorp Valkenburg - castellum (1941-1950, 1980); 2. Veldzicht (1994, 1996-1997); 3. Marktveld/Weerdkampen (1985-1988, 2019); 4. Woerd (1972, 1988); 5. Voormalig Marine Vliegkamp Valkenburg (2020-2021).

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

Deze aflevering is tot stand gekomen dankzij de provincie Zuid-Holland.

S2 afl 4: Wie de schoen past...

Muziek podcast: Jessica Polak en Renadi Santoso

Een echte mannenwereld, dat is het beeld dat bestaat over de Romeinse tijd in Nederland. Soldaten wonen en werken in de forten en op de wachttorens en verdedigen de grens. Maar waar zijn dan de vrouwen? Er wordt steeds vaker bewijs gevonden dat er wel degelijk vrouwen en kinderen binnen de forten woonden. Carol van Driel Murray is gespecialiseerd in leer en heeft veel onderzoek gedaan naar de vondsten binnen de forten. Een heel duidelijk bewijs zijn de vrouwen- en kinderschoenen die zijn teruggevonden. In deze podcast vertelt Carol van Driel-Murray alles over haar onderzoek naar leer. Het levert veel nieuwe kennis op, niet alleen over vrouwen en kinderen, maar ook over de soldaten. Het is duidelijk dat het huidige beeld op veel vlakken zal moeten worden bijgesteld. 

Deze serie is tot stand gekomen dankzij Romeinse Limes Nederland

Deze serie is tot stand gekomen dankzij Romeinse Limes Nederland