De archeologie van fort Vechten

In de podcast vertelt Rien Polak hoe hij dankzij de colleges van Stuart in het Rijksmuseum van Oudheden(RMO) met Vechten in aanraking is gekomen. Het museum bezit een enorme collectie vondsten die tijdens de bouw van het waterliniefort in de 19e eeuw zijn gevonden. In deze blog lees je het verhaal achter deze collectie en hoe Rien uiteindelijk met de collectie aan de slag is gegaan.

De bouw van het waterliniefort (tussen 1867 en 1870) heeft zonder enig archeologisch toezicht plaatsgevonden. De bouw viel onder het Ministerie van Oorlog (nu Ministerie van Defensie) en het RMO viel onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Op een gegeven moment kreeg het museum er lucht van dat er een fort werd gebouwd en dat daar veel Romeinse vondsten werden gedaan. Ze mochten echter niet op de bouwplaats komen. Het enige dat ze tot stand hebben kunnen brengen is dat de commandant van de genie, die verantwoordelijk was voor de bouw van het fort, alle vondsten zou verzamelen en ze naar Leiden zou laten verschepen.  

Waterliniefort Vechten (foto Debora d’Hont 2016)

Waterliniefort Vechten (foto Debora d’Hont 2016)

Na verloop van tijd verschenen echter vondsten op de kunstmarkt, die duidelijk uit Vechten kwamen. Dat leverde nieuwe problemen op tussen de ministeries, want het was duidelijk dat er dingen verdwenen. Toen heeft de commandant van de genie voorgesteld om de arbeiders te betalen voor de dingen die ze zouden inleveren. Uiteindelijk is besloten om dat inderdaad te doen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken moest voor het geld zorgen. Men heeft een prijslijst gemaakt met een overzicht van de soort vondsten en hoeveel cent de arbeider daarvoor kreeg. Van de uitbetalingen werden lijsten bijgehouden die zich nog in de archieven van het RMO bevinden. De vondsten werden verzameld in houten kisten en die gingen per trekschuit naar Leiden. Daar werd alles uitgepakt. Het was op een gegeven moment echter zo veel, dat er een achterstand ontstond. Ze hebben er wel twintig jaar over gedaan om het te beschrijven. De beschrijvingen lopen door tot ongeveer 1890. En jaren later in 1909 duiken er nog kisten op in de kelder van het museum.  Die waren ze vergeten.

College over de archeologie van fort Vechten

Tijdens een college vertelt Stuart hoe verschillende medewerkers van het RMO een poging wilden ondernemen om de Terra Sigillata, het mooiste Romeinse aardewerk, te publiceren. De eerste was Remouchamps (1915-1927), maar die is al vroeg gestorven. Vervolgens Brunsting die direct na de Tweede Wereldoorlog conservator van het museum was, maar ook hij is er nooit aan toe gekomen. Stuart vertelde dat hij zelf wel eens met de gedachte had rondgelopen, maar ook hij kwam er niet aan toe. Als ijverige student dacht Rien toen bij zichzelf: "Dan ga ik het maar doen." En is het hem uiteindelijk wel gelukt? Hij geeft toe dat hij niet alle Terra Sigillata heeft kunnen onderzoeken, maar wel een deel. Eerst voor zijn doctoraal scriptie en vervolgens een veel groter deel voor zijn proefschrift.

Rien is gepromoveerd op Terra Sigillata uit Vechten. Hij heeft een selectie gemaakt van scherven waarop een pottenbakkersstempel bewaard is gebleven en die uit een productiecentrum uit Zuid-Frankrijk komen. De collectie Terra Sigillata uit Vechten is zo groot (na Londen de grootste collectie in Noordwest-Europa) dat Rien onderzoek kon doen naar de ontwikkeling van de vorm van het aardewerk door de tijd heen. Door heel nauwkeurig onderzoek naar de afmetingen van het aardewerk (de hoogte, de diameter, de hoogte en diameter van de standring), ontdekte hij dat er bepaalde tendensen te zien waren door de tijd heen. Archeologen die nu Terra Sigillata scherven vinden, kunnen zonder al te veel kennis van het aardewerk, vaststellen uit welke periode het komt (met een marge van ongeveer 50 jaar). Ze kunnen het aardewerk opmeten en vergelijken met de grafieken uit het proefschrift.  

6837: OF.AQVITANI (met ligatuur NA) = of(f)icina Aquitani = uit de werkplaats van Aquitanus (foto Rien Polak)

6837: OF.AQVITANI (met ligatuur NA) = of(f)icina Aquitani = uit de werkplaats van Aquitanus (foto Rien Polak)

6862: MARINVS.FE (met ligatuur MA) = Marinus fe(cit) = Marinus heeft dit gemaakt (foto Rien Polak)

6862: MARINVS.FE (met ligatuur MA) = Marinus fe(cit) = Marinus heeft dit gemaakt (foto Rien Polak)

De ontwikkeling van de vorm was één aspect van Riens onderzoek. Een ander aspect heeft te maken met de pottenbakkersstempels van het productiecentrum in Zuid-Frankrijk. Op de stempels komen verschillende formuleringen voor. Sommige stempels hebben alleen een naam, andere stempels hebben een naam vergezeld van een afkorting voor het woord fecit (heeft gemaakt), manus (van de hand van) of officina (werkplaats). Rien heeft onderzocht of er een relatie is tussen de formulering van de stempel en de omvang van de productie van een pottenbakker. En dat is inderdaad zo gebleken. Een pottenbakker met een stempel waar een werkplaats op genoemd wordt, heeft een veel grotere productie dan pottenbakkers met een stempel 'heeft gemaakt' of 'van de hand van'. In hedendaagse termen zou je kunnen zeggen dat de laatste groep de zzp'ers zijn en de werkplaatsstempels zijn de grote bedrijven.

De visualisatie van het Romeinse fort

Na tientallen jaren onderzoek naar fort Vechten kun je Rien zeker een expert noemen. De kunstenaars die verantwoordelijk zijn voor de visualisatie van het stenen fort hebben Rien dan ook uitgebreid uitgehoord. Ze hebben veel van zijn archeologische verhalen en kennis meegenomen in hun ontwerp. Rien deelt de leukste archeologische elementen die in de visualisatie zijn verwerkt.

De basis

Wat je ziet is een holle betonnen plint, in feite een soort bakken die met een deksel zijn afgesloten. Die bak volgt de contouren van de verdedigingsmuur van het stenen castellum. Op de plaats van de poorten is de bak onderbroken en zijn de torens weergegeven. De plaats van het hoofdkwartier en de hoeken van de veronderstelde barakken zijn aangegeven. De betonnen plint is vervolgens gebruikt als drager voor informatie en om vondsten te tonen. Op de deksels worden plattegronden weergegeven, teksten en herkenbare voorwerpen zoals gereedschappen en amforen.  

Visualisatie met replica’s (foto Romeinse Limes)

Visualisatie met replica’s (foto Romeinse Limes)

Archeologisch onderzoek verwerkt in het kunstwerk

Rond 2010 is er, voor de betonnen plint werd aangelegd, een veldkartering gedaan. Systematisch hebben studenten van Saxion Hogeschool het terrein afgelopen om vondsten te verzamelen. Dat hebben ze gedaan door het terrein in vakken van 10x10 meter te verdelen en per vak de vondsten te tellen en te verzamelen. Alle vondsten zijn gemerkt en genummerd. De Radboud Universiteit heeft ze vervolgens beschreven. Daar zijn verspreidingskaarten van gemaakt om te kijken hoe het Romeinse materiaal verdeeld was over het terrein. Dit onderzoek is gepubliceerd in de vorm van overzichtsplattegrondjes met kleine gekleurde vakjes. Vakjes met weinig vondsten zijn groen, vakjes met veel vondsten rood en alles daartussen. Deze plattegrondjes heeft Rien aan de kunstenaars laten zien en zij vonden dat een interessant beeld. Daar wilden ze wat mee doen. In een aantal van de deksels zie je de overzichtskaartjes met al die kleine vakjes en daar hebben ze met verschillende soorten arcering de vondstdichtheid weergegeven. Daarnaast zijn er deksels waarin vondsten zijn mee gegoten die door de studenten zijn verzameld. Het gaat om fragmentjes aardewerk, baksteen en natuursteen dat is mee gegoten met het beton. Het is in vierkante vlakken gegoten en net als bij de overzichtsplattegrondjes zijn er vlakken met weinig vondsten en vlakken met veel vondsten.

Overzichtskaartjes vondsten survey (foto Rien Polak)

Overzichtskaartjes vondsten survey (foto Rien Polak)

Vondsten in het beton gegoten met verschillende vondstdichtheid (foto Rien Polak)

Vondsten in het beton gegoten met verschillende vondstdichtheid (foto Rien Polak)

Het gaat overigens om vondsten die door herhaaldelijk ploegen of aan het oppervlak liggen flink beschadigd en gefragmenteerd zijn. Zo zaten er bijvoorbeeld zo'n 27.000 fragmenten aardewerk bij. Het zijn vondsten die na het onderzoek niet bewaard zouden worden. In het kunstwerk zijn ze nu toch bewaard gebleven. Niet alleen hebben de kunstenaars ze in het beton laten gieten, ze hebben de overige kratten met vondsten in de plint gezet. Dus als men in de toekomst de deksels eraf haalt, dan vinden ze weer tientallen kratten met vondsten.

Zelfs over het beton is nagedacht!

Een laatste leuk weetje gaat over het beton. De kunstenaars hebben namelijk beton gebruikt dat afkomstig is uit de Duitse Eifel. Rien vertelde hen hoe de stenen muren van het Romeinse castellum bekleed waren met tufsteen uit de Eifel. En op de plaats waar de Romeinen tufsteen hebben gedolven, staan nog steeds fabrieken die gebruik maken van het gesteente dat Romeinen daar gedolven hebben. Dat vonden de kunstenaars een fantastisch verhaal. Dus zoals de Romeinen hun steen uit de Eifel haalden, hebben de kunstenaars hun beton uit de Eifel gehaald.

Aan de noordkant van het fort wordt de betonnen plaat op enkele plaatsen onderbroken door echte stukken Romeinse tufsteen. Dat is de plaats waarop de noordelijke muur van het castellum in de jaren 20 van de vorige eeuw is vastgesteld in proefsleuven. Op de plek waar de proefsleuven de noordelijke muur doorsneden, hebben ze de plint onderbroken en hebben ze van Romeinse tufsteen die in Vechten is gevonden, het ontbrekende stukje laten metselen.

Met deze leuke weetjes is het zeker de moeite waard om het Waterliniemuseum te bezoeken en fort Vechten met andere ogen te bekijken!

  • https://waterliniemuseum.nl/

De Limes in Duitsland: een bezoek aan Archeologisch Park Xanten

Nederland en Duitsland zijn buurlanden. Een overeenkomst is dat de Rijn door beide landen stroomt. In de Romeinse tijd was deze rivier de noordgrens van het Romeinse Rijk. Als je de Rijn naar het oosten volgt, kom je dus vanzelf langs allerlei interessante Romeinse plekken in Duitsland. Op 27 juni was ik samen met zo'n veertig Limes-liefhebbers in Archäologischer Park Xanten, oftewel Colonia Ulpia Traiana, zoals de stad in de Romeinse tijd heette. Deze dag werd georganiseerd door Romeinse Limes Nederland.

Het LVR Römermuseum

Het LVR Römermuseum

In de ochtend luisteren we naar een presentatie van Dr. Norbert Zieling. Hij vertelt ons dat alle reconstructies in het park precies op de plek zijn gebouwd waar het origineel onder de grond ligt. Voordat zo'n reconstructie wordt gebouwd, vindt er een archeologische opgraving plaats. Op deze manier verkrijgen ze de benodigde informatie voor de reconstructie. Dat is een werkwijze die we in Nederland volgens mij niet kennen. Denk maar aan Castellum Hoge Woerd waar het moderne castellum als het ware zweeft, zodat de archeologische resten onder de grond veilig worden bewaard voor de toekomst. Op plekken in het park waar faciliteiten zijn gebouwd, zoals een speeltuin, hebben ze er echter wel voor gezorgd dat de grond wordt opgehoogd ter bescherming van de archeologie.

lunch.JPG

We lunchen in de herberg waar we een stevige goulash soep krijgen met Romeins brood. 's Middags staan er rondleidingen op het programma. Ik heb gekozen voor een rondleiding in het LVR Römermuseum. We worden meegenomen door Stephan Quick, verantwoordelijk voor de educatie in het museum. Hij vertelt ons hoe ook hier is nagedacht over het gebouw. Het museum is onderdeel van het badhuis. In tegenstelling tot de rest van het park is hier geen reconstructie gebouwd, maar zijn de fundamenten van het badhuis zichtbaar gemaakt. Het moderne gebouw heeft echter wel de omvang en vorm van het originele badhuis. Het is duidelijk hoe groot het moet zijn geweest. Het museumgebouw is verbonden met het badhuis. Oorspronkelijk was dit de entree van het badhuis, een enorme hal waar waarschijnlijk allerlei winkeltjes of kraampjes waren gevestigd. Er was geen sprake van verdiepingen. Daarom is het museum heel open gebouwd. De verdiepingen lijken te zweven in het gebouw, waardoor de oorspronkelijke openheid zichtbaar blijft. De opbouw van het museum is chronologisch. Het verhaal begint in de Late IJzertijd en eindigt helemaal boven in het gebouw met de Late Oudheid op het moment dat de Franken de stad proberen te veroveren. Op weg naar boven kom je kabinetten tegen, waar belangrijke gebeurtenissen worden uitgelegd, zoals de Bataafse Opstand in 69 n.Chr.

Een bijzondere platbodem

Na de rondleiding sluit ik me aan bij archeoloog Sebastian Held. Hij kan wat dieper ingaan op bepaalde objecten. Zo weet hij me te vertellen waarom het Romeinse schip dat hier is te zien geen typisch transportschip is. De oorspronkelijk 15 meter lange platbodem heeft namelijk een bijzondere toevoeging aan de onderzijde van het schip. Tussen de planken is ijzerbeslag aangebracht. Dat doet vermoeden dat het schip recht op de oever werd gevaren. Het gaat hier dus om een pont die van de ene oever naar de andere oever voer om mensen en wellicht dieren naar de overkant te brengen.

2.JPG
3.JPG

Een Germaanse oorlogsgodin

Sebastian staat ook even stil bij een vitrine waar ik zo voorbij zou zijn gewandeld. Er liggen een heleboel kleine vondsten in, voornamelijk van metaal. Voor een deel zijn het brokken en stukken. Zo liggen er een paar bronzen vingers. Het verhaal achter deze vondsten blijkt interessant. Dankzij een gedeeltelijke inscriptie op een altaarsteen weten ze dat het om offers gaat voor een Germaanse krijgsgodin Vagdavercustis.  Vijftien kilometer ten noorden van de stad lag een Gallo-Romeinse tempel, gewijd aan deze godin. De legionairs die waren gelegerd in Colonia Ulpia Traiana bezochten de tempel om bescherming te vragen. Het klinkt een beetje als het verhaal van Nehalennia, eveneens een lokale godin die door de Romeinen werd overgenomen.

4.JPG

Het was een zeer geslaagde dag. Dankzij de rondleidingen ben ik veel meer te weten gekomen dan tijdens mijn individuele bezoek in 2015. Het park is volop in ontwikkeling. Dat maakt het interessant om elke paar jaar weer eens te gaan kijken.

Meer weten?

Lezingen langs de Limes: Deel 2

Vorige maand bezocht ik twee boeiende lezingen. Op 5 juni was ik in het Archeon voor de lezing Terug naar de thermen, gegeven door conservator Karen Jeneson (Thermenmuseum Heerlen). Op 18 juni was ik in Castellum Hoge Woerd voor de lezing Expeditie over de Maas, gegeven door archeoloog Nils Kerkhoven. Twee lezingen gehouden langs de Limes, maar niet over de Limes. In deze blog bespreek ik een bijzondere plek waar ooit de Maas en de Waal met elkaar in verbinding stonden.  

Nils Kerkhoven met de mammoetkies

Nils Kerkhoven met de mammoetkies

Nils Kerkhoven werkt als professioneel archeoloog in Utrecht. Op dit moment is hij werkzaam bij de opgraving vlak bij Castellum Hoge Woerd. Hij weet dan ook ontzettend veel over het Limesgebied. Dat is echter niet het onderwerp van zijn lezing vanavond. Nils woont in Dreumel, een plaatsje gelegen tussen de Maas en de Waal. Daar is hij in 2010 vrijwillig een bijzonder archeologisch project gestart met een betrokken team van niet-archeologen . Dit project is bekend als Expeditie over de Maas en wordt ondertussen de grootste archeologische vindplaats van Nederland genoemd.

Een archeologisch vrijgegeven gebied

Het begon allemaal in 2010 toen Nils met zijn hond langs de Maas wandelde. Hij zag dat er een zandwin en natuurontwikkelingsproject van start ging (Over de Maas). Een enorm gebied zou hierbij worden afgegraven. Als archeoloog vermoedde Nils dat hier veel archeologie verloren zou gaan. Het gebied was namelijk vrijgegeven, er was geen verplichting tot archeologisch onderzoek. Toevallig kwam hij een collega archeoloog tegen met dezelfde gedachten. Ze besloten te gaan praten met projectontwikkelaar Nederzand. Uit deze gesprekken kwam een unieke samenwerking tot stand. Er werd een archeologische werkgroep opgericht met allemaal vrijwilligers. Ze functioneerden als de oren en ogen in het werkgebied en zorgden ervoor dat alle vondsten die werden gedaan bij elkaar bleven. Uiteindelijk mochten ze zelfs dagelijks mee op de zuigers om vondsten uit de zeef te vissen.

Een geheim project

Zeven jaar lang werken ze in het geheim, tot ze in 2017 de publiciteit opzochten. Doel was steun en geld te vinden voor deze unieke vindplaats. Een vindplaats die ondertussen al zo’n tweehonderdduizend vondsten heeft opgeleverd uit alle mogelijke tijdperken. Tijdens de lezing krijgen we één van de vele goodies in handen: een mammoetkies. Voor ons een unieke ervaring, maar Nils vertelt dat er ondertussen duizenden zijn gevonden. Ook krijgen we een aantal 3D prints van schepen te zien die zijn opgegraven. De teller staat ondertussen op 19. ODM VI, een vroeg middeleeuws schip, moest binnen tien dagen worden opgegraven, gedocumenteerd en geborgen. Op de website is een documentaire te zien van deze spoedopgraving.

3D model van ODM VII

3D model van ODM VII

Een bijzondere Romeinse plek

Tussen al deze vondsten zit ook een heleboel Romeins materiaal. Aardewerk, fibulae, wapens, vishaken, sieraden, noem het maar op. In 2015 werd echter een vreemde vondst gedaan. De werkgroep ontdekte een enorme hoeveelheid aan bewerkt natuursteen en ander materiaal uit de Romeinse tijd. Het lag op de plek waar in 1936 een bocht van de voormalige Maasloop is afgedamd. Door op zoek te gaan in de archieven is Nils erachter gekomen hoe dit materiaal op deze plek terecht is gekomen. Daarnaast heeft hij een interessante theorie over wat deze enorme hoeveelheid bewerkte stenen kan zijn geweest. Voor het volledig verhaal, lees het artikel! Zeker de moeite waard.

Lezingen langs de Limes: Deel 1

Afgelopen weken heb ik twee boeiende lezingen bezocht. Op 5 juni was ik in het Archeon voor de lezing Terug naar de thermen, gegeven door conservator Karen Jeneson (Thermenmuseum Heerlen). Op 18 juni was ik in Castellum Hoge Woerd voor de lezing Expeditie over de Maas, gegeven door archeoloog Nils Kerkhoven. Twee lezingen gehouden langs de Limes, maar niet specifiek over de Limes. In deze blog vertel ik meer over het Thermenmuseum.

Het Thermenmuseum tijdens mijn bezoek in 2010

Het Thermenmuseum tijdens mijn bezoek in 2010

In het Archeon staat een reconstructie van het badhuis dat in Heerlen is teruggevonden. Voor de echte resten kun je het Thermenmuseum bezoeken. Dit museum bestaat al sinds 1977. Volgens Karen Jeneson was het dan ook hoog tijd voor een grondige restauratie. Het museum heeft van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed toestemming gekregen om het badhuis grotendeels terug te brengen naar de staat waarin het in 1941 is gevonden. Ook zijn een aantal delen gereconstrueerd zoals het er in de Romeinse tijd moet hebben uitgezien. Vanaf maart 2018 is het resultaat te bewonderen.

Maquette badhuis zoals ook te zien in Archeon (foto 2010)

Maquette badhuis zoals ook te zien in Archeon (foto 2010)

Tegelijkertijd is het museum in 2016 begonnen met een grootschalig onderzoek naar alle vondsten en sporen. Veel van de opgravingen in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw bleken nog niet uitgewerkt. Een heel team van internationale specialisten is ingezet en dit jaar zullen alle resultaten worden gebundeld. Dat dit zal leiden tot hele nieuwe inzichten werd tijdens de lezing al duidelijk. Zo is het maar de vraag of de reconstructie van het badhuis nog wel klopt. Het is afwachten tot de publicatie van het onderzoek om te zien tot welke bijzondere nieuwe inzichten het museum is gekomen.  

Waarom staat er een Romeins badhuis in Heerlen?

Tijdens de lezing legt Karen Jeneson uit waarom Heerlen zo'n welvarende plek was, dat er een publiek badhuis werd gebouwd. Ze toont een landschapskaart waarop te zien is dat in Nederland alleen Zuid-Limburg uit lössgrond bestaat. Dit is een zeer vruchtbaar landschap waar  in de Romeinse tijd al veel graan werd verbouwd. Het graan was onder andere bestemd voor de soldaten langs de Limes. Dit landschap wordt ook wel villalandschap genoemd. Grootgrondbezitters waren zo welvarend dat ze grote huizen lieten bouwen. In Zuid-Limburg stonden Romeinse villa’s in bijvoorbeeld Voerendaal en Simpelveld.

Mijlpalen die ooit langs de Via Belgica stonden (foto 2010)

Mijlpalen die ooit langs de Via Belgica stonden (foto 2010)

Door dit vruchtbare gebied lag de Via Belgica. Deze Romeinse weg liep van Boulogne sur Mer aan de Atlantische kust naar Keulen aan de Rijn. In Nederland liep deze weg van Maastricht tot Rimburg. Er is een mooie website over de Via Belgica in Nederland die ook mobiel is te bekijken. Een interessante route die zeker op mijn lijst staat om een keer te bezoeken. In Heerlen, oftewel Coriovallum, lag een belangrijk kruispunt. De Via Belgica kruist hier met een andere Romeinse weg die van Xanten via Aken naar Trier liep. Dit kruispunt van twee belangrijke hoofdwegen in het noorden van het Romeinse Rijk, hebben ervoor gezorgd dat Coriovallum kon uitgroeien tot een welvarend stadje.

Bronnen

Blog: Liefdesrelaties langs de Limes en hoogstaande haarmode

Voor deze tweede blog in het kader van de Romeinenweek zijn we in het Allard Pierson in Amsterdam, waar ik al 10 jaar als rondleider werkzaam ben. Op de afdeling Van Rome tot Romeins springt een dame met een bijzonder kapsel meteen in het oog. Tegenover haar staat een gedenkteken met inscriptie. Hier geen portret, maar wel een naam: Louba.

Een belangrijke bron van kennis voor de Romeinse tijd zijn begraafplaatsen. Grafmonumenten zijn vaak bewaard gebleven en geven een kijkje in het leven van Romeinse vrouwen. Zo ook in het Allard Pierson.

Verschillende grafmonumenten in het Allard Pierson. Links de grafsteen voor Louba, één van de sleutelstukken op de afdeling Van Rome tot Romeins.

Verschillende grafmonumenten in het Allard Pierson. Links de grafsteen voor Louba, één van de sleutelstukken op de afdeling Van Rome tot Romeins.

Een gedenkteken voor een geliefde

De Limes was een militaire zone. In een fort leefden honderden soldaten bij elkaar. Het is niet zo moeilijk om je voor te stellen dat er dan wel eens liefdesrelaties ontstaan met dames uit de directe omgeving van het fort. Op de Romeinse afdeling hebben we hier een mooi voorbeeld van. Het gaat om een grafsteen met inscriptie (bruikleen RMO). Deze is gevonden bij Novaesium (het huidige Neuss in Duitsland), een legerkampement langs de Limes. De Latijnse tekst is als volgt vertaald:

"Louba, de dochter van Gastinasus, uit Ubië ligt hier begraven,
Quintus Cornelius, de zoon van Quintus, van de stam Galeria, voor zijn vrouw."

Quintus Cornelius was als Romeins soldaat waarschijnlijk gelegerd in Novaesium. Hij behoorde tot de eerste generatie militairen afkomstig uit het middellandse zeegebied die aan de Rijn gelegerd werden in de strijd tegen de Germanen. Quintus wijdde in de eerste helft van de eerste eeuw na Christus deze steen aan zijn vrouw Louba. Haar naam betekent 'geliefde' in het Germaans. Ze behoorde tot de lokale bevolking, de Ubiërs. Deze grafsteen laat mooi zien hoe langs de grens van het Romeinse Rijk de liefde opbloeide tussen een man en een vrouw uit twee verschillende culturen. Romeinse soldaten mochten tijdens hun diensttijd niet trouwen. Misschien had hij zijn diensttijd er al op zitten. Het is ook mogelijk dat ze een buitenechtelijke relatie hadden. In ieder geval beschouwde Quintus Louba als zijn vrouw.

Wil je meer weten over het liefdesleven van soldaten? Lees dan ook het verhaal van de Bataafse Mattua in de galerij van vrouwen op de website van de Romeinenweek.

Haarmode voor hoogstaande vrouwen

Bij mijn rondleidingen over de Romeinse afdeling neem ik altijd een bijzondere dame mee in mijn verhaal. Ze leefde aan het eind van de eerste eeuw na Christus ten tijde van de Flavische keizers (een rijke Romeinse familie die van 69 tot 96 aan de macht was). Dat weten we dankzij haar geweldige kapsel. De keizerin bepaalde namelijk de haarmode. Ze werd op munten afgebeeld die zich door het rijk verspreidden. De rijke dames, zoals de hier afgebeelde jongedame, wilden uiteraard volgens de laatste mode gekapt gaan en volgden de trends.

Grafbeeld op de afdeling Van Rome tot Romeins in het Allard Pierson.

Grafbeeld op de afdeling Van Rome tot Romeins in het Allard Pierson.

Het Flavische kapsel

Hoe maakten ze dit kapsel? Er werd een scheiding overdwars gemaakt, waarbij het haar aan de voorkant werd gekruld tot een hoge krullenkrans. Deze moest de draagster langer doen lijken. Het haar aan de achterkant werd gevlochten en in een knot bijeengebonden. Lang niet alle dames hadden het lange dikke haar dat nodig was voor zo'n kapsel. Haarstukken, pruiken en valse vlechten waren heel gewoon.

Los haar staat voor losbandigheid

Deze dame kwam ik tegen in de Glyptotheek München (2017).

Deze dame kwam ik tegen in de Glyptotheek München (2017).

Als liefhebber van los haar moet ik er niet aan denken dat iemand uren aan mijn kapsel bezig is. Stel je voor dat de krultang te heet is (een reële angst in die tijd) of dat je lekker door je haar wilt woelen. Dat kan niet, want elk onderdeel werd met naald en draad vastgezet. Had ik in de Romeinse tijd geleefd, dan was ik er trouwens niet onderuit gekomen. Losse haren wezen op losbandigheid. Als nette getrouwde vrouw zou ik mijn haar wel moeten opsteken. In ieder geval was mijn kapsel waarschijnlijk een stuk minder ingewikkeld, want ik was vast niet rijk genoeg voor mijn eigen ornatrix (kapster).

Wil je meer weten over de kapsels in de Romeinse tijd? Lees dan ook de column van Rosa Houkers en Dorothee Olthof. Of bekijk het boek van Dorothee Olthof en Martine Teunissen: Beauty & Fashion, de laatste trends uit het Oude Rome, Sidestone Press.

Literatuur:

  • Hupperetz, W. & B.F. van Oppen (2014). Een gedenkteken voor een geliefde. In  Hupperetz, W. (red.) Van Rome naar Romeins (p. 111). Zwolle: WBOOKS

  • Beek, R. van & G. Jurriaans-Helle (2016). Een overleden dame met een bijzonder kapsel. Allard Pierson Mededelingen, 113 - 2016, 10-13.

Vind je de Romeinen interessant? Luister dan ook mijn podcast De Limes leeft!
Je kunt je abonneren via iTunes of me volgen op Facebook @delimesleeft

Blog: Nehalennia, een Zeeuwse godin

tijdschrift Romeinenweek 2019

Een blog geïnspireerd op het thema van de Romeinenweek

Volgende week begint de Romeinenweek. Er is een gratis magazine met interessante artikelen over het thema van dit jaar: Waar zijn de vrouwen?. De komende weken zal ik blogs schrijven geïnspireerd op de verhalen in dit tijdschrift.

Ik begin met een blog dat aansluit bij het artikel over menggodinnen, waar een foto van een altaarsteen voor Nehalennia meteen in het oog springt. Nu heb ik in de pilotaflevering  van De Limes leeft! verteld over mijn logo met op de voorgrond een tempel voor Nehalennia. De godin zelf is echter ook aanwezig in mijn badkamer. Niet als altaarsteen, maar als terracotta cultusbeeldje staat ze afgebeeld in een nis.  

artikel menggodinnen.JPG

Wie was Nehalennia?

Nehalennia was een inheemse godin die ook door de Romeinen werd vereerd. Haar tempels lagen bij Colijnsplaat en Domburg aan de monding van de Oosterschelde. Vanaf hier staken handelaren de Noordzee over naar Britannia (Engeland). Ze offerden aan Nehalennia om zeker te zijn van een behouden vaart. Als dank schonken ze haar altaarstenen.

Een groot deel van de altaarstenen kun je terugvinden in het Rijksmuseum van Oudheden. De godin is heel herkenbaar. Ze draagt een kort schoudermanteltje dat misschien door lokale vrouwen werd gedragen. Ze wordt afgebeeld met een mand appels en een hond. Meestal zit ze op een troon, maar soms is er een directe verwijzing naar haar rol als beschermster van de scheepvaart. Dan staat ze met één voet op de boeg van een schip. Zo heb ik haar laten afbeelden in mijn badkamer.

Waarom Nehalennia?

Nehalennia herinnert me aan waar ik ben geboren. Ze komt dan wel van 'de overkant', maar haar Zeeuwse identiteit en haar band met de zee is duidelijk. Zelf kom ik uit Zeeuws-Vlaanderen en ben ik opgegroeid in de omgeving van de Westerschelde. Mijn vader en broer zijn sportvissers en hebben een visboot. Ik vind het fijn om mee het water op te gaan en een rondje te varen. Maar dan wel met mooi weer en rustig water. Paul Louis Kalishoek (de schilder van mijn badkamer) heeft de boot van mijn familie nageschilderd. Hij woont zelf ook bij de kust en heeft jarenlang de golven geobserveerd. De foto van de boot is gemaakt op een zonnige dag, maar op het schilderij is het noodweer. 

De visboot van mijn vader en broer op de Westerschelde. Schildering door P.L. Kalishoek | Fantastic Visions

De visboot van mijn vader en broer op de Westerschelde. Schildering door P.L. Kalishoek | Fantastic Visions

Wie is Paul Louis Kalishoek?

Ik heb het werk van Paul voor het eerst gezien in het Archeon. Daar werkte ik regelmatig in het Romeinse badhuis en was het niet moeilijk me in andere tijden te wanen. Op het moment dat ik had besloten om een Romeinse badkamer te laten bouwen, heb ik zijn website Fantastic Visions opgezocht. Ik was al snel overtuigd. De manier waarop hij illusies creëert vind ik heel bijzonder. Je kijkt niet naar een plat beeld, maar ziet alles in 3D. In mijn badkamer kijk ik door een venster naar de buitenwereld en Nehalennia staat in een nis.

Paul heeft veel tijd doorgebracht in Italië, waardoor hij veel Romeinse resten in het echt heeft gezien. Vooral de bouwkunst fascineert hem en dat heeft hij dan ook grondig bestudeerd. Daarnaast brengt hij veel tijd door in de natuur. Hij vertelde me dat goede verhoudingen slechts de basis vormen. De details moeten kloppen. Bij een Romeins tafereel horen Romeinse lijsten en randen. Hij ziet het als uitdaging om in welke ruimte dan ook een sfeer en een illusie te scheppen. Mijn opdracht vond hij interessant, omdat achter elk element een verhaal zat. Zo ging het voor hem leven.

Nehalennia in het Archeon, 2011

Nehalennia in het Archeon, 2011

Speciale aflevering De Limes leeft! in het kader van de Romeinenweek

RomeinenNu, de organisatie van de Romeinenweek, heeft me gevraagd om een special te maken die aansluit bij het thema Waar zijn de vrouwen?. Daarom sprak ik met een echte Romeinse dame. Ratna Drost brengt het grootste gedeelte van haar tijd door in de Romeinse tijd. Zij heeft zich gespecialiseerd op het gebied van historische kleding. Ze doet archeologisch en historisch onderzoek en vervolgens maakt en test ze de kleding. Ze werkt als Briseis (haar Romeinse personage) in het Archeon en vervult daar verschillende rollen. Zo heb ik haar jaren geleden leren kennen. Ik herinner me nog goed hoe we in de rol van priesteres de tempelceremonie uitvoerden. Zij kon dat als ze wilde volledig in het Latijn. Samen met de bezoekers brachten we offers aan godin Nehalennia. En zo is de cirkel weer rond. 

De Romeinenweek vindt plaats van 4 t/m 12 mei. De officiële opening is een dag eerder. Aan het begin van de Romeinenweek zal ik de special met Ratna Drost online zetten.

Meer weten over de Romeinenweek?

Blog: Lancering podcast De Limes leeft!

Week van de KlassiekenBeeld: Sander ter Napel

Week van de Klassieken

Beeld: Sander ter Napel

Een podcast lanceren is spannend, want wanneer is iets af? Op welk moment ben je zelfverzekerd genoeg om je werk met het wereldwijde web te delen? Soms zit er maar één ding op: een datum uitkiezen en er voor gaan.

Mijn naam is Debora d'Hont-Dieleman. Ik heb een eigen bedrijf genaamd Mijn DMA en ben gespecialiseerd op het gebied van museumeducatie en publieksarcheologie. Vandaag, 4 april 2019, begint de twaalfde editie van de Week van de Klassieken. Dit jaar met het thema 'van heinde en verre: migratie in de klassieke wereld'. De perfecte datum om de lancering van mijn podcast De Limes leeft! aan te kondigen.

Wat is de Limes?

De Limes is de noordgrens van het Romeinse Rijk. Deze grens liep zo'n 2000 jaar geleden dwars door Nederland en werd bepaald door de rivier de Rijn. De Romeinen kwamen van heinde en verre om ons land te veroveren. Ze bouwden forten om de grens te verdedigen en stuurden hulptroepen om de forten te bemannen. Soms kwamen deze soldaten uit de omgeving van het fort, maar er is ook bewijs gevonden van soldaten die van verre kwamen.

Altaarsteen  Stadsmuseum Woerden Foto: Hans van Ommeren

Altaarsteen
Stadsmuseum Woerden
Foto: Hans van Ommeren

Zo is in Woerden een altaarsteen uit de 2e eeuw n.Chr. opgegraven waarop de naam Lucius Terrentius Bassus staat vermeld. Hij was vaandeldrager in het leger en wijdde deze steen onder andere aan de Oriëntaalse zonnegod Helagabalus. Een god, die in deze periode vooral in Syrië en Phoenicie werd vereerd. Misschien komt Lucius dus oorspronkelijk uit Syrië.

Waarom een podcast over de Romeinen?

De Romeinse tijd is duidelijk aanwezig in mijn dagelijkse leven. Na mijn Bachelor klassieke archeologie en Master Museumstudies heb ik twee seizoenen in het Archeon gewerkt als Romeinse dame. Op het moment dat je maandenlang in de Romeinse tijd leeft, laat dat toch zijn sporen na. Misschien woon ik daarom in Woerden. Hoe geweldig is het om in een stad te wonen waar een Romeins fort heeft gestaan?

Mijn man vindt de Romeinen interessant, maar wordt op vakantie regelmatig ongevraagd meegesleept naar alles wat Romeins is. In Europa zijn nu eenmaal veel Romeinse resten, die ik feilloos weet te vinden. Mijn bewondering voor Romeinse bouwwerken roept weleens vragen op. Zo maakten we vorige maand een rondreis door Andalusië, maar moesten we van de route afwijken om de Romeinse stad Merida te bezoeken. Enthousiast bezocht ik met mijn man alle Romeinse resten: de aquaducten, een Romeinse brug, een Romeinse villa, het theater en het amfitheater. Gelukkig was hij dit keer onder de indruk en was het de 300 kilometer omrijden waard.

Amfitheater in Merida

Amfitheater in Merida

Een aantal dagen later weigerde ik Plaza de Toros in Ronda te bezoeken. Ik kreeg een vragende blik, dit is toch cultuur? Nu heb ik een hekel aan geweld en mijn argument om de arena niet te bezoeken was dat er nog altijd stierengevechten worden gehouden. Het volgende moment werd ik keihard uitgelachen. Waar dienden de amfitheaters ook alweer voor? Punt gemaakt. Bij deze geef ik toe dat mijn liefde voor de Romeinen een aantal kanttekeningen heeft.   

De Limes leeft!

Desalniettemin is mijn enthousiasme voor de Romeinse tijd zo groot dat ik een podcast ben begonnen. De Limes leeft! gaat over mensen zoals ik, met liefde voor de Limes en ons Romeinse verleden. De grens bestaat niet meer en de Romeinse soldaten zijn al heel lang geleden uit ons land vertrokken. Onder de grond ligt echter een schat aan informatie en dankzij opgravingen zijn er al vele bijzondere vondsten gedaan. Niet voor niets wordt de Limes volgend jaar voorgedragen als UNESCO Werelderfgoed.

Veel mensen zijn betrokken bij de Limes. Allemaal uiten ze hun liefde op geheel eigen wijze. Meewerken aan archeologisch onderzoek, het maken van schaalmodellen van Romeinse schepen, het ontwikkelen van een spel, het naspelen van de Romeinse tijd, onderzoek doen naar Romeinse kleding? Je kunt het zo gek niet bedenken of het wordt gedaan. En zoals uit mijn blog blijkt, ben ik zelf het beste voorbeeld, al moet mijn grootste onthulling nog komen!

Nieuwsgierig geworden?

Aanstaande zaterdag 6 april lanceer ik de pilotaflevering van mijn podcast. Tijdens deze pilot kom je alles te weten over de podcast, mijn liefde voor de Limes en waar in huis mijn prachtige logo te vinden is. Met dank aan Sophie Heijkoop van De Museumpodcast die me voor deze gelegenheid heeft geïnterviewd.

Je kunt me volgen via mijn website, Facebook en Linkedin:

·         https://www.mijndma.com/delimesleeft

·         https://www.facebook.com/delimesleeft/

·         https://www.linkedin.com/company/mijndma

 

Bronnen:

·         Vos, W., Blom, E. & T. Hazenberg (2010). Romeinen in Woerden. Leiden: Hazenberg Archeologie

·         https://www.romeinselimes.nl/wat-is-de-romeinse-limes/de-romeinse-limes-in-nederland

·         http://www.limeswiki.nl/index.php/Altaarsteen_Heliogabalus_Oranjestraat_Woerden

 

Meer weten:

·         https://www.romeinselimes.nl/

·         https://www.limeswerelderfgoed.nl/

·         https://www.weekvandeklassieken.nl/

·         https://www.museumpodcast.nl/