Net als Woerden is Utrecht begonnen als Romeins fort: castellum Traiectum. Bijzonder aan Utrecht is de attractie DOMunder. De tour brengt je 5 meter onder het Domplein, waar je oog in oog staat met 2000 jaar geschiedenis. DOMunder bestaat alweer 5 jaar en afgelopen zaterdag werd dat gevierd met allerlei activiteiten.
Ik heb me goed voorbereid op het programma. Om elf uur sta ik op het Domplein om mee te gaan met mijn eerste onderdeel: de kruiwagentour. Rob van Rijnsoever is onze enthousiaste gids. We worden meteen aan het werk gezet. We staan rond een kruiwagen met daarop een plattegrond en Rob vraagt waar we zijn. De Dom en de toren zijn een handig herkenningspunt. Rob wijst op de kaart naar de zuidpoort van het Romeinse fort. Aan ons de taak om deze plek op het huidige plein te vinden. Met de kruiwagen en een schop in de hand gaan we op weg.
De geschiedenis ligt op straat
De tour is ontzettend leuk. Rob is een echte grappenmaker wat voor een goede sfeer in de groep zorgt. We krijgen verschillende kaarten te zien van het plein door de geschiedenis heen. Voor onze ogen verandert het Romeinse fort in een ruïne, waarna er verschillende kerken worden gebouwd. Daar is op het huidige plein niets meer van te zien. Of toch wel? Als we goed kijken zien we dat het fort, maar ook de verschillende kerken in het plaveisel zijn weergegeven. Een leuk idee, maar niemand die het doorheeft volgens Rob. Hij maakt zijn punt door ons te wijzen op een groepje mensen dat op het plein loopt. Ineens roept hij: ‘BAM, nu lopen ze de kerk uit… BAM, nu lopen ze het fort uit.’ Zijn stem galmt over het plein en wij liggen dubbel van het lachen. Eerlijk is eerlijk, het plaveisel was ons absoluut niet opgevallen.
Van plattegronden naar het echte werk
Dankzij Rob weten we nu precies hoe het plein door de tijd heen is veranderd. Met deze nieuw verworven kennis kunnen we het echte werk gaan bekijken. We mogen met een sneakpreview van DOMunder II mee. We krijgen de introductiefilm te zien en krijgen uitleg over de verschillende lagen die we zien. We staan op de Romeinse bodem, 5 meter onder het huidige straatniveau en zien de verschillende bouwlagen. Heel slim worden we na deze introductie naar buiten geleid en krijgen we een kortingsbon mee voor een volledige tour.
Dompleinspel met Wout de Boer
Terug op het plein word ik uitgenodigd om het Dompleinspel te spelen, een ganzenbord over 2000 jaar geschiedenis van het plein. En zo sta ik ineens met twee tieners en Wout de Boer (de nieuw zakelijk leider van DOMunder) te dobbelen op het plein. Het zit me helaas niet mee. Ik kom een paar keer op achterstand, al weet ik vervolgens toch terug te komen. Wout gaat er uiteindelijk met de winst vandoor. Ik maak van de gelegenheid gebruik om hem te vragen naar de toekomstplannen. Hij vertelt me dat ze een groter deel willen opgraven. In de twintigste eeuw zijn er verschillende opgravingen geweest op het plein en het huidige DOMunder heeft daar slechts een klein gedeelte van blootgelegd. Het plan is om in 2020 opgravingen te organiseren van steeds zes weken, waarbij het publiek wordt uitgenodigd om mee te helpen. Het lijkt me een mooie manier om ervoor te zorgen dat mensen zich meer betrokken voelen bij hun hun stad en de geschiedenis. Ik ben benieuwd of dat inderdaad zo uitpakt.
Een bijzondere muntschat
Bij de entree van DOMunder I bevindt zich het introductiegedeelte met een kleine tentoonstelling. Speciaal voor deze gelegenheid is daar nu een vroegmiddeleeuwse muntschat te zien. Tijdens de bouw van DOMunder is er opnieuw archeologisch onderzoek uitgevoerd en is er gebruik gemaakt van een metaaldetector. In de tijd van de oorspronkelijke opgravingen hadden ze die nog niet. In totaal zijn er zo’n 15.000 metaalvondsten gedaan, waaronder tientallen gouden en zilveren munten. De schat die vandaag te zien is, wordt streng bewaakt. Toevallig komt burgemeester Jan van Zanen net even een kijkje nemen. Ik luister naar de uitleg die hij krijgt over het verschil in goudgehalte. Dat is inderdaad goed te zien aan het verschil in kleur.
DOMunder in 1936?
Ik sluit af met een lezing van Joost Boomsma. We zitten in een kleine bouwkeet. Hij vertelt over de historie van het plein en besteedt met name aandacht aan de archeologische opgravingen in de twintigste eeuw. Tijdens een opgraving in 1936 ontstaat namelijk voor het eerst het idee voor een keldermuseum waar bezoekers de archeologische resten kunnen bewonderen. Albert van Giffen leidt deze opgraving en krijgt in mei bezoek van het Utrechts college van B&W. Burgemester Ter Pelkwijk is zo enthousiast dat hij het idee van een keldermuseum oppert. Het plan wordt in eerste instantie aangenomen door de gemeenteraad. Maanden later blijkt het plan echter onuitvoerbaar. Door de crisis is het budget veel te laag om de grote problemen rondom de bouw, ontwatering, ventilatie en conservering van de resten op te lossen. De opgravingsput wordt uiteindelijk dichtgegooid.
Toch een keldermuseum?
In 1949 krijgt Van Giffen de kans om op het binnenplein te graven van wat nu het UCK is. In de oorlog heeft de Duitse Wehrmacht daar een bunker gebouwd. Van Giffen denkt de ommuring van het Romeinse fort te vinden. Hij krijgt toestemming om zes weken op te graven tijdens de zomervakantie. En dan vindt hij inderdaad het fort. Van Giffen bouwt een gewelf om de muur heen en heeft zo alsnog zijn keldermuseum. Het wordt echter geen publieksplek. Alleen wat notabelen en archeologiestudenten bezoeken de plek door de jaren heen.
Dan is het natuurlijk extra bijzonder dat wij vandaag door het luik mogen afdalen. Het luik vormt een kleine uitdaging, maar dan sta ik oog in oog met de Romeinse muur, net als Van Giffen 70 jaar geleden. Natuurlijk heb ik al vaker Romeinse muurtjes gezien. En ze zien er allemaal hetzelfde uit. Maar de combinatie van het verhaal, een luik dat met drie man moet worden geopend en een steile afdaling, maakt het toch wel tot een belevenis.
Dromen over DOMunder
Theo van Wijk, de initiatiefnemer van DOMunder, hoort in 1985 voor het eerst over de kelder. Het verhaal van het luikje fascineert hem. Het valt echter niet mee om de sleutel te achterhalen. Uiteindelijk staat hij net als wij vandaag voor de Romeinse muur in het keldertje. Hij gaat zich verdiepen in het Domplein en ziet ook een bezoekerscentrum voor zich. Theo is van huis uit architect en hij maakt een plan voor het keldertje. Hij plaatst een glazen plaat in het plafond waardoor bezoekers de Romeinse muur onder hun voeten kunnen zien. Binnen twee weken gaat het echter mis. Door het licht groeien er varens en mos op de muren. Opnieuw eindigt de droom van een keldermuseum.
Maar van fouten kun je leren. Over het huidige DOMunder is 20 jaar nagedacht. Alle problemen van 1936 kunnen met de huidige technieken worden aangepakt. En om de archeologische resten optimaal te beschermen is het altijd donker in DOMunder. De bezoekers krijgen een lamp mee. En dat maakt deze attractie eigenlijk alleen maar spannender. Na wat ik vandaag allemaal heb gehoord, ga ik zeker nog een keer terug voor een archeologische tour. Ik weet zeker dat ik nu met hele andere ogen kijk naar dit bijzondere project.